Mouwloos vest haken

Dit mouwloze vest heb ik gehaakt van een kleurrijk garen met groen, blauw en grijs door het garen verweven. Eerder haakte ik er al een shrug van. Nu een ander vestje dus. Zonder mouwen voor de wat warmere dagen in de herfst en de lente. Of om over een T-shirt te dragen.
Het leuke schelpenpatroon vond ik op de website van Creachick, dat ga ik hier niet nog een keer uitschrijven. Hier vind je ook het patroon voor een vest met lange mouwen. Ik gaf er mijn eigen draai aan.

Het voor- en achterpand haakte ik uit een stuk, dat is het mooiste met dit schelpenpatroon. Je kunt er voor kiezen eerst een boord te haken voordat je aan het patroon zelf begint. Ik heb het later gedaan bij de afwerking van de kraag.

Telpatroon schelpen Creachick

Haaknaald 4 voor het vest, voor de opzetlossen haaknaald 5. De maat is ongeveer 40.

Voor het voor- en achterpand zette ik een lossenrij op van 174+4 l = 178 l. Gebruik voor de opzetlossen een grote haaknaald zodat je lossen wat ruimer zijn en de rand niet te veel gaat trekken.

Begin met het haken van het schelpenpatroon zoals dat bij het patroon staat. Haak tot een lengte van 39 cm, dat is ongeveer 37 schelpenrijen. Wil je hem langer, dan haak je gewoon nog wat toeren erbij voordat je aan de armsgaten begint.

Voor de afsplitsing van het voorpand en het achterpand telde ik 6 hele schelpen vanaf de zijkant. Ik heb niet zoals in het gelinkte patroon staat de afschuining van de hals aangehouden, maar heb gewoon recht gehaakt zodat de halslijn recht wordt. Op die manier krijg je een heel andere kraag. Dat wilde ik weleens uitproberen.
Beide kanten van de voorpanden haak je hetzelfde.

Tel voor het vervolg van het achterpand, dat je direct aan het geheel vast haakt, 9 steken vanaf de beide voorpanden zodat je een mooi aansluitend armsgat krijgt. Het armsgat (voor- en achterpand boven) haakte ik in 16 toeren schelppatroon.

Schouders aan elkaar naaien, maar niet helemaal tot aan het einde van het voorpand. Ik bleef daar aan beide kanten 2,5 schelpenpatroon vandaan anders zou je geen hals kunnen maken.

Haak de rand om het hele vest heen, onderkant, zijkanten en hals. Hiervoor heb ik de weefsteek gebruikt. 
1v in de 2de l van de haaknaald, 1l, 1 steek overslaan 1v, 1l.
Je slaat nu steeds een steek van de opzetrand over en haakt daar de volgende vaste in zodat je een opening krijgt tussen de vasten. Hierin haak je in de 2de toer een vaste.
2de toer: 1l, 1v onder de losse van de vorige rij, 1l, 1v onder de losse van de vorige rij.  Haak zo de hele toer.

Let er bij de opzetrand op dat het niet gaat trekken bij het omhaken. De onderzijde en de bovenkant wijzen zich vanzelf uit omdat je daar in de steken kunt haken die je eerder maakte. Voor de weefsteek sla je telkens een steek over. Hierboven haak je een losse.

Aan de zijkant heb ik in elke stokjesopening 1v, 1l gehaakt. Om de 5 steken heb ik er 1 extra gehaakt zodat het niet gaat trekken.

Bij de hoeken aan de onder- en bovenzijde haak je 1v, 1l, 1v, 1l in dezelfde steek zodat je een echte hoek krijgt. Dit blijf je elke toer herhalen in de hoeken. Markeer hem desnoods zodat je de hoek gemakkelijk terugvindt.

Haak het aantal toeren dat je wilt hebben voor de randen en klaar is je vest. Doordat ik de halslijn recht heb gehouden, heb ik nu meer een opstaande kraag gekregen.

Meer vesten en sjaals haken met dit boekje van HeyLeuk